Intelligente PDU's bieden geavanceerde beheer- en monitoringmogelijkheden waarmee gebruikers op afstand de stroom naar aangesloten apparatuur kunnen regelen, de omgevingsomstandigheden in het rack kunnen monitoren en de gezondheid van wisselstroombronnen kunnen monitoren. Steeds meer datacenters kiezen voor intelligente PDU om hun beheerniveau in de stroomdistributie te upgraden. Voordat u een beslissing neemt, moet u rekening houden met de volgende punten:

1. Denk na over uw huidige en toekomstige stroombehoeften.

2. Evalueer uw IT-apparatuur en eventuele andere apparatuur die op de PDU is aangesloten.

3. Begrijp debelangrijkste kenmerkendie een intelligente PDU geschikt maken voor uw datacenter.

Schakelen: Het voert op afstand uitschakelen van stopcontacten, waardoor IT-personeel apparaten vanaf een centrale locatie kan in- of uitschakelen. Dit kan handig zijn voor het beheren van het energieverbruik en het verlagen van de energiekosten, maar ook voor het oplossen van problemen en onderhoudstaken. De schakelfunctie kan op verschillende manieren worden bestuurd, zoals een webgebaseerde interface, een opdrachtregelinterface of zelfs een mobiele app. Gebruikers kunnen individuele stopcontacten of groepen stopcontacten selecteren om in of uit te schakelen. Over het geheel genomen biedt de schakelfunctie IT-personeel meer flexibiliteit en controle over de stroomverdeling naar hun apparatuur, waardoor een efficiënter en effectiever beheer van hun datacenterinfrastructuur mogelijk wordt.

Meten: Dit kunnen metingen zijn van elektrische variabelen van de gehele PDU, zoals spanning, stroom, fasehoek, arbeidsfactor, frequentie, effectief, schijnbaar en reactief vermogen. Bovendien is het mogelijk om grenswaarden voor de gemeten grootheden te configureren, die bij overschrijding direct een alarm activeren. Deze meting kan op de hele PDU plaatsvinden of op elk afzonderlijk stopcontact.

Nieuwszonintelligente PDU'shebben A-, B-, C-, D-modellen qua functie.

Type A: Totaalmeting + Totaalschakeling + Individuele uitgangmeting + Individuele uitgangschakeling
Type B: Totaal meten + Totaal schakelen
Type C: Totale dosering + Individuele uitgangsdosering
Type D: Totaalmeting